Tijdens een opstelling die ik faciliteerde werd een moeder opgesteld en voelde ik mij het veld in gezogen. Ik overwoog even of deze dubbelrol passend was, het voelde goed. Er ontstond direct een beweging richting de benen van de moeder en ik* – als representant voor het kind- omklemde deze. Ik wilde slechts mijn moeder. Met vader wilde ik niks!
Het was confronterend voor de ‘echte ouders’ om (de representant voor) hun kind zo te zien. Ze zagen de gelijkenis met de realiteit. Er leefde een vermoeden bij de ouders dat een depressieve grootvader mogelijk verstrikt zou zijn met het kind.
Eenmaal in de opstelling toonde mij zich echter het beeld dat het hier niet ging om een dergelijke verstrikking. Ik voelde dat ik de plek in nam van een niet geboren kind... ik leefde maar was dood en als kind was dat beangstigend.
Ik vroeg na of er wellicht ongeboren kinderen waren in dit gezin. Het antwoord maakte dat er kippenvel op mijn armen tevoorschijn kwam. Er waren wel drie (!) ongeboren kinderen! Er bleek vervolgens verwarring over de volgorde van de kinderen.
Na het ordenen en afbakenen bleef ik voelen dat het kind een enorme verbinding had met het veld van zijn overleden zusjes en broertje. Helende wordings kwamen op en werden uitgesproken het veld kwam tot rust maar ik voelde mij nog verstrikt. Alsof ik vast zat in een ander soort energie.
Ik voelde dat er meer nodig was.
Ik hoorde een brommend geluid in mijn hart en begon dit geluid na te bootsen. Het leek op een laag soort ohm en mijn hart begon de energie te transformeren. Om mij heen verzamelden mijn collega's die op verschillende tonen begonnen mee te zingen en ik (het kindje) raakte bevrijd. Toen pas voelde de opstelling klaar en was het kind vrij om zijn eigen lot te nemen.
*schuingedrukt betekent ík’ als representant van het kind. Of de persoon die representant staat voor de moeder, de vader etc.
Reactie plaatsen
Reacties